Lokale behandelingen
Lokale behandeling wordt gericht op de tumor zelf. Hierbij wordt zoveel mogelijk omliggend (gezond) weefsel vermeden. Mogelijke lokale behandelingen:
- radiotherapie
- chirurgie
- isolated limb perfusion (ILP)
Radiotherapie
Werking: straling die het DNA van de tumorcel kapot maakt
Er bestaan meerdere vormen van radiotherapie:
- Uitwendige bestraling waarbij gebruikt wordt gemaakt van stralenbundels die door een ronddraaiende machine worden uitgezonden. Deze stralenbundels worden zo afgesteld dat ze de tumor aantasten en zoveel mogelijk gezond weefsel ontwijken. De straling beschadigt de tumorcellen zodanig dat zij zich niet meer kunnen vermenigvuldigen. Er zijn verschillende soorten straling mogelijk:
- Röntgenstraling waarbij fotonen worden gebruikt. Dit is de meest gebruikte en bekendste vorm.
- Protonen. Dit is een nieuwe manier van bestralen en is sinds begin 2018 ook in Nederland beschikbaar. Voor desmoïd tumoren is hier nog weinig onderzoek naar gedaan.
Voor desmoïd tumoren wordt radiotherapie vaak gebruikt in combinatie met een operatie. Vaak gebeurt dit na de operatie (medische term: adjuvant) en soms voor de operatie (medische term: neo-adjuvant).
Mocht een patiënt in aanmerking komen voor radiotherapie dan zal hij of zij onder behandeling komen van een radiotherapeut. Deze arts is gespecialiseerd in de verschillende behandelingen met straling en zal een persoonlijk bestralingsplan maken. Een bestralingstraject duurt meerdere weken waarbij u iedere (werk)dag in het ziekenhuis wordt verwacht voor de bestraling. Veel voorkomende bijwerkingen als huidreacties en vermoeidheid zal uw radiotherapeut met u bespreken.
Chirurgie
Operatieve verwijdering van een desmoïd tumor werd vroeger beschouwd als de belangrijkste behandeling, omdat dit ook voor andere wekedelentumoren gold.
Sindsdien is er meer onderzoek gedaan naar de voor- en nadelen van verschillende behandelingen waaronder chirurgie. Hieruit bleek dat opereren en het verwijderen van de tumor niet altijd de beste behandeling was omdat de tumor vaak (20-40%) terugkeerde na de operatie.
Met een multidisciplinair team zal worden bepaald of het zinvol is om te opereren. Hierbij wordt er rekening gehouden met de locatie van de tumor en de omliggende weefsels die kunnen worden beschadigd tijdens een operatie.
Het weefsel dat de chirurg verwijdert, wordt opgestuurd naar de patholoog. Deze beoordeelt hoe groot de marge is tussen het tumorweefsel en het gezonde weefsel. Als er rondom de tumor een laag gezond weefsel zit, dan kan er worden gesteld dat de ‘snijranden’ schoon zijn en er een kleinere kans is dat er tumorcellen zijn achtergebleven.
Isolated limb perfusion (ILP)
Vertaald: “regionale geïsoleerde perfusie”
Werking: in hoge dosering een geneesmiddel in een van de ledematen toedienen zonder dat dit de rest van het lichaam bereikt.
Deze behandeling kan worden gegeven bij tumoren in de ledematen (benen of armen) en vindt plaats onder narcose. Gedurende 60-90 minuten wordt er een combinatie van twee geneesmiddelen in hoge dosis door de bloedvaten van het aangedane lichaamsdeel – arm/been – gevoerd. Het lichaam wordt grotendeels beschermd, omdat de geneesmiddelen niet het hele lichaam bereiken.
Cryoablatie
Werking: bevriezing van de tumor
Onder lokale verdoving en met behulp van beeldvorming zoals een CT worden er naalden in de tumor gebracht. Deze naalden bereiken een extreem lage temperatuur waardoor de tumor bevriest. Cryoablatie wordt niet in alle centra toegepast en wordt voornamelijk bij kleinere extra-abdominale tumoren gebruikt.
High Intensity Focused Ultrasound (HIFU)
Werking: verhitten van de tumor
Ultrasone golven (die ook bij echografie worden toegepast) worden zo gebundeld dat zij in de tumor botsen en het gezonde weefsel gespaard blijft. Door de botsing ontstaat er plaatselijk hitte waardoor de tumor wordt aangetast.
Deze behandeling wordt vooralsnog alleen in studieverband, in het buitenland uitgevoerd.